Naar het pension

Wanneer de eigenaar van een dier zijn dier onderbrengt in een dierenpension, legt de eigenaar het paspoort of vaccinatieboekje voor aan de verantwoordelijke van het pension. Deze kijkt na of uw viervoeter correct gevaccineerd is.

Voor de hond gaat dit om inenting tegen de ziekte van Carré, parvovirose, hepatitis contagiosa canis en kennelhoest. De kat moet u laten inenten tegen kattenziekte en niesziekte. De dierenarts moet deze vaccinaties aftekenen in het dierenpaspoort. Opgepast! Ben je nooit eerder of is het al heel lang geleden dat je viervoeter gevaccineerd is? Is de laatste inenting langer dan één jaar geleden? Dan is dit het advies: Om een vaccin goed zijn werking te laten doen en bescherming te kunnen bieden is ons advies om twee keer te enten met een interval van drie weken, de zogenaamde "booster". Strikt genomen houdt dit dus in dat u minimaal (!) vier weken van te voren uw hond of kat moet laten enten. Elk dierenpension mag extra eisen stellen aan de dieren die het opneemt. Dit is een bacterie die bij katten niesziekte en bij honden kennelhoest kan veroorzaken. Het tijdstip van vaccinatie mag worden aangescherpt door het dierenpension, welk tijdstip gehanteerd wordt verschilt dus van pension tot pension. Daarnaast kan de pensioneigenaar verlangen dat uw huisdier gechipt of getatoeëerd is. Op die manier kan uw dier, als u óók alle gegevens hebt laten registreren bij een databank, geïdentificeerd worden. Het is dus heel belangrijk dat u ruimschoots vóórdat u uw dier naar het pension brengt, informeert welke regels er voor uw dier gelden. Vraag ook wat u verder mee moet nemen. U moet bijvoorbeeld het dierenpaspoort van uw huisdier bij de pensionhouder achterlaten als u uw dier naar het pension brengt. De pensionhouder moet namelijk bij controle de papieren van alle dieren kunnen tonen. Doet u dat niet, dan kan de pensionhouder uw huisdier weigeren. Informeer dus altijd bij uw pension wat daar de eisen zijn.


Maak een gratis website.